- Afsluitingen
- 8599 views
- 0 Commentaar
Stappenplan en tips om een afsluiting te plaatsen
Bepaal en merk waar de afsluiting komt te staan. Op die manier weet u de exacte afstanden en kunt u bepalen wat u allemaal nodig heeft om de afsluiting te realiseren. Als u later iets tegen de afsluiting wilt gaan monteren zoals bamboematten of klimop raden wij aan om +/- twee meter afstand tussen de palen te nemen. Dit is om de stabiliteit in geval van windlast te verzekeren. Gaat u later niets tegen de afsluiting monteren dan is +/- drie meter tussenafstand voldoende.
Controleer of er eventueel hoogteverschil zit op het verloop van de afsluiting. Indien er grote niveau verschillen zijn kan u eventueel werken met trappen. Bij kleine niveauverschillen kan u de afsluiting het terrein laten volgen. Voor de lengte van de palen adviseren wij :
1. Zonder betonplaat:
- Hoekpaal = draadhoogte + 80 cm
- Tussenpaal = draadhoogte + 60 cm
2. Met betonplaat:
- Hoekpaal = draadhoogte + 100 cm
- Tussenpaal = draadhoogte + 80 cm
Om te starten zet men eerst de hoekpalen en palen voor eventuele poorten. Daarna kan men eenvoudig twee koordjes spannen tussen de hoekpalen. Een koordje bovenaan en onderaan van de afsluiting geven de exacte positie door voor de tussenpalen en zorgen ervoor dat de verticaliteit maar in een richting moet gecontroleerd worden met een waterpas. Houd er rekening mee dat de hoek- en eindpalen 8 à 10 cm hoger dan de tussenpalen geplaatst moeten worden. De tussenpalen van de afsluiting worden nadien nog verhoogd met de doorvoerkoppen.
Afsluiting met betonplaten
Indien u met betonplaten werkt teken dan de hoogte van de betonplaat af op zowel de hoek- als tussenpalen. Plaats de palen van de afsluiting op de juiste plaats en maak op het einde een betonplaat op maat. Een handige tip is om een plank op maat te hebben die u telkens tussen de palen legt. Op die manier staan de palen van afsluiting perfect op afstand. Zonder betonplaat kan u de afstand tussen de tussenpalenpalen gelijk verdelen over de volledige afstand.
Wij raden aan om de palen in beton vast te zetten. U kan manueel of met de hulp van een grondboor (diameter 15-16cm) een put maken voor de palen van de afsluiting. Na het positioneren van de paal vult u de put op met beton. Dat kan door zelf beton te maken of met behulp van turbobeton (reken hier toch op ongeveer een zak van 25kg per paal (70cm diep en diameter 160mm). Het voordeel van turbobeton is dat u na een paar uur de afsluiting volledig kan afwerken. Bij normaal beton wacht u best 24 uur om de bovenbuizen en draden van de afsluiting te gaan spannen.
In geval van een betonplaat graaft u een geul tussen de palen met een diepte van ongeveer 10 cm dan gebruikt u een steen of klinker om de betonplaat op zijn juiste hoogte te houden. Om de betonplaathouders bij voor afsluiting op de juiste hoogte te houden raden wij aan om deze met een vijsje vast te zetten op de afgetekende hoogte. Voor een beginpaal kunt u twee lippen van de betonplaathouder afslijpen. In het geval van een hoekpaal doet u net hetzelfde als de beginpaal maar plaatst u ook nog een tweede betonplaathouder die u doormidden heeft gezaagd.
Afsluiting afwerken
Als alle palen staan en het beton reeds gehard is kan u starten met het plaatsen van de paaldoppen, eindstukken en doorvoerkoppen van de afsluiting.
Daarna kunt u de bovenbuizen van de afsluiting door de doorvoerkoppen schuiven en laten eindigen in eindstukken. Bovenbuizen worden aan elkaar gemaakt door middel van koppelstukken. Eén eindstuk kan reeds geplaatst worden maar het tweede eindstuk kan pas geplaatst worden als de laatste bovenbuis op maat is gezaagd.
Om de afsluiting één geheel te maken en te verstevigen plaatst u nu de spandraden. Voor de tussenafstand raden wij +/- 50cm aan. Dit wil zeggen voor afsluitingen tot 1,25m : twee draden, voor 1,5-1,8m : drie draden, voor 2m : drie à vier draden en voor 2,5m : vier draden
Plaats op de begin-, eind- en hoekpunten van de afsluiting de draadspanners. Dit kan gebeuren door middel van spandraad. Steek hiervoor een spandraad door de draadspanner en draai hem minimaal vijf omwentelingen rond zichzelf. De andere kant gaat dan rond de paal en terug minimaal vijf omwentelingen rond zichzelf. Plaats de spandraad en span mooi horizontaal op. Bevestig daarna de spandraden aan de tussenpalen door middel van binddraad.
Alles is nu klaar om uw draad te bevestigen.
Draad spannen voor de afsluiting
Nu kan u de draad afrollen en aan het begin van de afsluiting een spanstaaf doorvlechten.
Bevestig de draad/spanstaaf aan de beginpaal met behulp van binddraad. Doe dit om de 30cm door tweemaal rond de paal en spanstaaf te gaan. Daarna rolt u de draad verder af en bevestigt u om de 2m een lus aan de bovenbuis (moet nog kunnen bewegen om alles op te spannen). Vlecht indien nodig een nieuwe rol aan de bestaande rol. Eens aan een hoekpunt of eindpunt moet de draad stevig opgespannen worden (25m draad kan ongeveer tot 1m rekken indien deze goed opgespannen wordt).
Steek op het einde van de afsluiting verticaal een spanstaaf en maak de draad/spanstaaf op dezelfde manier vast aan de eind- of hoekpaal (met binddraad door tweemaal rond de paal en spanstaaf te gaan).
Nu kunt u de draad aan de bovenbuis volledig vastmaken. Doe dit om de vier mazen. Voor het bevestigen van de draad aan de andere spandraden volstaat om de zes mazen + raden wij aan om aan beide zijden van een tussenpaal de draad ook aan de spandraad te bevestigen. Het vastmaken gebeurt met behulp van binddraad en een bindtang.
Commentaar (0)